Bijna een maand geleden, op 28 september, nam ik de bus naar Island Bay. Dit was in mijn tweede weekend in Nieuw-Zeeland. Wat me daar te wachten stond was een spectaculaire kustlijn met een branding vol rotsen waar de zee tegenaan beukte, een eerste blik op het Zuideiland, de Rode Rotsen en de Zeeberen. Die laatsten heten “fur seals” in het Engels, en volgens Wikipedia zou dit de Nederlandse vertaling zijn. Het is een nogal grote zeehondensoort. De kolonie die iets voorbij de Rode Rotsen verblijft bestaat alleen uit mannetjes. Ze overwinteren hier, en eind oktober vertrekken ze weer naar het zuiden voor het paringsseizoen. Als je ter plaatse komt begrijp je waarom ze deze lokatie gekozen hebben. De soms scherpe rotspartijen zorgen ervoor dat ze veilig zijn van roofdieren als orca’s en haaien.
De Rode Rotsen zijn een kleine groep rotsen aan de kust die een dieprode kleur vertonen. Volgens een Maori-legende is het Noordeiland begonnen als een vis. Maui, een mythologisch figuur, heeft het Noordeiland eigenhandig opgevist uit de zee. Als aas gebruikte hij bloed, en dat is wat de Rode Rotsen hun kleur geeft. Na het opvissen liet hij de vis over aan zijn broers terwijl hij naar de priester ging. Die broers kregen ruzie over de verdeling, en hakten er op los. Dit had tot gevolg dat het eiland niet egaal vlak is, maar veel bergen en dalen heeft.
Waarom schrijf ik nu pas over deze wandeling? Omdat ik er nogal tegenop zag om de foto’s uit te zoeken. Het waren er namelijk 300, en het heeft me vandaag een groot deel van de middag gekost om dat aantal terug te brengen tot 108… Die zal ik hier niet allemaal plaatsen (al was het maar omdat mijn internetverbinding niet de snelste is), maar een paar van de mooiste gun ik jullie wel.